Als beginnend therapeut zit je nog boordevol onzekerheden.
Doe ik niet teveel? Doe ik niet te weinig? Wat is het beste moment om bepaalde methodes te introduceren? Of is het juist beter om vooral te luisteren, op mijn handen te zitten en het proces z’n gang te laten gaan?
In een van de nieuwsbrieven van James Clear, las ik een mooie quote over het zoeken naar de juiste balans (jamesclear.com):
“One of the great balancing acts in life is to be cautious and daring at the same time.
Cautious enough to avoid stupid mistakes, prevent burnout, and maintain a margin of safety.
Daring enough to bet on yourself, to do the things you would regret leaving undone, and to be willing to be uncomfortable in the short term so you can learn and grow in the long term.”
Dus je nek durven uitsteken en je daarbij misschien soms wat oncomfortabel voelen, maar geen stappen zetten in zevenmijlslaarzen. Een mooie mix van voorzichtig en gedurfd zijn en beheerste stapjes zetten.
Door het voeren van steeds meer gesprekken met diverse cliënten, zal mijn professionele zelfvertrouwen stap voor stap groeien. Ook in mijn werk als therapeut, net als in zovele andere beroepen, gaat het immers over ‘meters maken’.
Als ik mijn cliënten echter tot nu toe goed beluister, voelen zij zich nu al oprecht gehoord en ervaren zij de gesprekken met mij als helpend. Zij komen een stuk ‘beter’ bij mij vandaan, vergeleken met het moment toen zij de eerste stap over de drempel van mijn praktijk zetten.
Uiteindelijk zit die rare onzekerheid, dat kritische stemmetje of ik het eigenlijk allemaal wel helemaal goed doe, dus vooral in mijn eigen hoofd. Herkenbaar?